Informatie over hoe we werken.
De stichting heeft continue geld nodig om kinderen met (of zonder) een beperking naar school te kunnen laten gaan. Helaas heeft de Stichting geen eigen middelen en zijn we afhankelijk van de goedheid van mensen die een groot hart hebben voor de Gambiaanse kinderen die ze een kans willen geven op een beter leven. Zonder onderwijs is hun kans op het hebben van een beter leven dan dat zij nu hebben, zeer beperkt.
In januari 2013 nam Anita Goumans contact op met de voorzitter van de stichting CFTG, Ineke de Rijk, met de vraag of er misschien een project was wat zij kon indienen bij SOS Meerlo- Wanssum (zie hieronder) en ja een project had de stichting.
Het realiseren van een school voor kinderen met een beperking in Jiboro stond al heel lang hoog op het wensenlijstje van de stichting CFTG.
Veel informatie is opgestuurd naar Anita en in overleg met haar familie is er besloten om dit project te gaan adopteren om te kijken of de school in Jiboro gerealiseerd kan worden. Anita heeft in februari de projectaanvraag ingediend. Het werd toen afwachten of de aanvraag door de eerste ronde zou komen, na een aantal spannende weken kreeg Anita het goede bericht dat de aanvraag er door was, het betekende: Op naar de volgende ronde en die was op 3 april 2013.
Anita heeft samen met haar zoon Frans de presentatie gehouden en de vrijwilligers van SOS-Meerlo Wanssum hebben uit 3 projecten voor het project “School voor kinderen met een beperking, Jiboro” gekozen. De komende drie jaar gaat de SOS- Meerlo Wanssum zich inzetten om in Jiboro de school te realiseren en in te richten, alsmede de opleiding voor de speciale leerkrachten te financieren.Wat een geweldig nieuws dat er ook voor deze kinderen een verbeterde toekomst zal zijn en dat zij kunnen communiceren omdat zij onderwijs krijgen in liplezen en gebarentaal zodat ook zij deel uit kunnen maken van de maatschappij. De school ijvert ervoor dat door educatie de maatschappij zich bewust gaat worden van de mogelijkheden van deze kinderen, hetgeen leidt tot acceptatie en toegang tot allerlei diensten.
Hieronder kunnen jullie lezen waar SOS Meerlo-Wanssum voor staat.
PRAKTISCH EN KLEINSCHALIG
SOS Meerlo-Wanssum is een vrijwilligersorganisatie die in 1993 is opgericht in de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum. Hulp aan de Derde Wereld, millenniumdoelen, mondiaal bewustzijn, SOS Meerlo-Wanssum geeft er praktisch vorm aan met als doel om dichtbij huis mensen bewust te maken van de uitdagingen rond ontwikkelingssamenwerking. Elke drie jaar adopteert SOS Meerlo-Wanssum een concreet project om dit goede doel kracht bij te zetten. Het project heeft altijd een binding met inwoners van de dorpen van de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum: Meerlo, Wanssum, Blitterswijck, Tienray, Swolgen en Geijsteren.
De komende drie jaren worden in de zes kerkdorpen van de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum allerlei acties gehouden op scholen en bij verenigingen om het project school voor kinderen met een beperking in Jiboro onder de aandacht te brengen.
Tegelijk doet SOS veel aan bewustwordingsactiviteiten op scholen en bij verenigingen in hun eigen gemeenschap. Ook worden activiteiten opgezet en ondersteunt om mensen in beweging te krijgen voor de medemens die het niet zo getroffen hebben als wij. De organisatie telt ruim dertig vrijwilligers.
Het schoolproject is met zeer groot enthousiasme en bevlogenheid aangedragen door de familie Goumans-Coenders uit Meerlo.
Sos Meerloo-Wansum heeft ook een eigen website. Hier kunt u de vorderingen ook bij houden.
www.sos-meerlowanssum.nl
In januari 2013 nam Anita Goumans contact op met de voorzitter van de stichting CFTG, Ineke de Rijk, met de vraag of er misschien een project was wat zij kon indienen bij SOS Meerlo- Wanssum (zie hieronder) en ja een project had de stichting.
Het realiseren van een school voor kinderen met een beperking in Jiboro stond al heel lang hoog op het wensenlijstje van de stichting CFTG.
Veel informatie is opgestuurd naar Anita en in overleg met haar familie is er besloten om dit project te gaan adopteren om te kijken of de school in Jiboro gerealiseerd kan worden. Anita heeft in februari de projectaanvraag ingediend. Het werd toen afwachten of de aanvraag door de eerste ronde zou komen, na een aantal spannende weken kreeg Anita het goede bericht dat de aanvraag er door was, het betekende: Op naar de volgende ronde en die was op 3 april 2013.
Anita heeft samen met haar zoon Frans de presentatie gehouden en de vrijwilligers van SOS-Meerlo Wanssum hebben uit 3 projecten voor het project “School voor kinderen met een beperking, Jiboro” gekozen. De komende drie jaar gaat de SOS- Meerlo Wanssum zich inzetten om in Jiboro de school te realiseren en in te richten, alsmede de opleiding voor de speciale leerkrachten te financieren.Wat een geweldig nieuws dat er ook voor deze kinderen een verbeterde toekomst zal zijn en dat zij kunnen communiceren omdat zij onderwijs krijgen in liplezen en gebarentaal zodat ook zij deel uit kunnen maken van de maatschappij. De school ijvert ervoor dat door educatie de maatschappij zich bewust gaat worden van de mogelijkheden van deze kinderen, hetgeen leidt tot acceptatie en toegang tot allerlei diensten.
Hieronder kunnen jullie lezen waar SOS Meerlo-Wanssum voor staat.
PRAKTISCH EN KLEINSCHALIG
SOS Meerlo-Wanssum is een vrijwilligersorganisatie die in 1993 is opgericht in de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum. Hulp aan de Derde Wereld, millenniumdoelen, mondiaal bewustzijn, SOS Meerlo-Wanssum geeft er praktisch vorm aan met als doel om dichtbij huis mensen bewust te maken van de uitdagingen rond ontwikkelingssamenwerking. Elke drie jaar adopteert SOS Meerlo-Wanssum een concreet project om dit goede doel kracht bij te zetten. Het project heeft altijd een binding met inwoners van de dorpen van de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum: Meerlo, Wanssum, Blitterswijck, Tienray, Swolgen en Geijsteren.
De komende drie jaren worden in de zes kerkdorpen van de voormalige gemeente Meerlo-Wanssum allerlei acties gehouden op scholen en bij verenigingen om het project school voor kinderen met een beperking in Jiboro onder de aandacht te brengen.
Tegelijk doet SOS veel aan bewustwordingsactiviteiten op scholen en bij verenigingen in hun eigen gemeenschap. Ook worden activiteiten opgezet en ondersteunt om mensen in beweging te krijgen voor de medemens die het niet zo getroffen hebben als wij. De organisatie telt ruim dertig vrijwilligers.
Het schoolproject is met zeer groot enthousiasme en bevlogenheid aangedragen door de familie Goumans-Coenders uit Meerlo.
Sos Meerloo-Wansum heeft ook een eigen website. Hier kunt u de vorderingen ook bij houden.
www.sos-meerlowanssum.nl
Informatie over doof zijn.
Diepgaande pre linguale doofheid tijdens de peutertijd is
(na blind - doofheid) de ernstigste bedreiging voor de normale ontwikkeling van
een mens. Het kan een enorme invloed hebben op zijn totale ontwikkeling,
vanzelfsprekend op zijn intellectuele, sociaal-emotionele ontwikkeling en op
zijn vermogen om mondelinge en schriftelijke taal verwerven. Over het algemeen gesproken
zijn dove kinderen, kinderen in gevaar.
Een aanzienlijk aantal van deze diep dove kinderen ontwikkelen psychiatrische symptomen, waarvan sommige ernstig zijn. Vrij vaak ontbreekt de mogelijkheid voor empathie en de ontwikkeling van een goed functionerende geweten wordt gehinderd. De belangrijkste reden voor deze psychiatrische symptomen is het communicatieprobleem tussen de moeder en het dove kind. Normale communicatie kan niet worden bereikt en vele moeders zijn onzeker en vaak verwerpen ze het kind dat kan niet worden bereikt via mondelinge communicatie.
Voor alle jonge kinderen is de onmiddellijke beschikbaarheid van een zorgzame, liefdevolle persoon een voorwaarde voor een normale ontwikkeling. Alleen als dit is verzekerd, zullen kinderen bloeien en zich normaal ontwikkelen. Als het niet is verzekerd, groeien kinderen niet en kunnen niet in staat zijn normale stabiele betrekkingen met andere mensen in hun volwassen leven tot stand te brengen.
Deze houvast met een liefdevolle, zorgzame persoon is voor dove kinderen extra belangrijk vanwege hun kwetsbaarheid. Zulke jonge dove kinderen moeten nooit uit de buurt van hun ouders gehaald worden voor de leeftijd van drie jaar, en beter nog, niet vóór de leeftijd van vier.
Doofheid heeft vele variëteiten. Een klein aantal is 100% doof. De meeste van hen zijn slechthorenden en met gehoorapparaten zijn velen van hen staat tot het horen van geluiden. Dus elk jong doof kind moet worden onderzocht door een audicien om de rang van doofheid te bepalen en als indien nodig worden voorzien van gehoorapparaten.
Voor elk menselijk wezen begint de ontwikkeling van spraak in een zeer vroeg stadium van zijn ontwikkeling. Vooral tussen de leeftijd van 2 en 3,5. Dat is wat wordt genoemd de delicate periode. Na die periode is het veel moeilijker dan tijdens die periode om taalvaardigheid te verwerven.
De normale manier van communiceren is voor dove kinderen communiceren door gebaren. Gebarentaal is de natuurlijke taal voor de doven. Net als mondelinge taal, moeten gebaren als een manier van communicatie zich ontwikkelen in de periode wanneer het kind ontvankelijk is voor het verwerven van taal. De beste tijd daarvoor is tussen de leeftijd van anderhalf en drie jaar.
Omdat taal is geleerd door het nabootsen van anderen, moeten dove kinderen hun taal leren door het nabootsen van andere dove mensen, die gebruik maken van gebarentaal. Het is dus van het allergrootste belang dat dove kinderen met andere dove mensen op een zeer jonge leeftijd communiceren kunnen en dat hun ouders en familieleden leren hoe aan te melden als goed.
Gebarentaal heeft vele variëteiten. Elke regio heeft zijn eigen verscheidenheid. Er is dus geen universele vorm van gebarentaal. In Gambia zijn er verscheidene dialecten in gebarentaal en de doven van Gambia proberen dit te standaardiseren tot één Gambiaanse gebarentaal, die door het land kan worden gebruikt door elke dove persoon.
Vanwege het communicatieprobleem en de kwetsbaarheid van dove kinderen moeten leraren extra vaardigheden hebben om met hen te kunnen werken. Zij moeten de normale opleiding als een leraar hebben, maar bovendien een opleiding in speciaal onderwijs voor doven en in de lokale gebarentaal. De tijd die een leraar van de doven nodig heeft om dovenleraar te worden, na zijn afstuderen aan een regulier leraren opleidingsinstituut, is ongeveer drie jaar. In Nederland duurt het 5 jaar voordat u volledig gekwalificeerd bent.
Omdat oog contact de enige manier is om een dove persoon te bereiken, moeten mensen die werken met dove kinderen het vermogen verwerven om op deze manier aandacht te krijgen, terwijl dove kinderen die gecorrigeerd moeten worden, maar dat niet willen, altijd dit contact met de ogen zullen vermijden. Dit zorgt ervoor dat opvoeden van dove kinderen een zeer tijdrovend en moeilijk activiteit is. In Holland zitten er nooit meer dan 6-8 dove kinderen in een klaslokaal met één leraar. Didactische en pedagogische vaardigheden van professionele opvoeders moeten uitstekend zijn.
Tijdens de adolescentie, veroorzaakt seksuele ontwikkeling en het omgaan met het andere geslacht, zeer vaak voor grote problemen. Veel jongens eerbiedigen de grenzen die de meisjes aangeven, niet. Seksuele experimenten onder elkaar zijn gewoon. Onbehoorlijk en beledigend gedrag is wijdverbreid. Sommige jongeren krijgen problemen met de politie. Deze verschijnselen vereist ook speciale vaardigheden van opvoeders van de doven.
In Gambia is de regering een voorstander van deze initiatieven om deze scholen op te richten, wat betekent dat particuliere ondernemingen en stichtingen, scholen met dit doel kunnen bouwen/gebruiken omdat de regering niet beschikt over de middelen om dit zelf te doen.
De huidige tendens is dat de bestaande speciale scholen speciale klassen beginnen voor blind, doof of geestelijk beperkte kinderen in een van de klaslokalen van gewone scholen, en dat deze speciale scholen gekwalificeerde leraren leveren de voor deze klassen.
In The Gambia zijn ongeveer 50.000 doven. Dit aantal is hoog en is een gevolg van malaria-infecties, hersenvliesontsteking of onbehandelde en terugkomende middenoorinfecties.
Aanvaarding door het publiek van doven is zeer beperkt. Velen van hen zijn verborgen in de samenleving, omdat ouders beschaamd zijn en volgens hen Gods straf zijn voor ouderlijke zonden. Veel dove meisjes en jongens moeten thuis blijven, omdat onderwijs wordt beschouwd als een verspilling voor hen. De publieke opinie is heel vaak: dove mensen kunnen niet leren en dragen niet bij tot het onderhoud van het gezin of de maatschappij. Soms worden zij gezien als boze geesten.
Slechts paar dove mensen slagen er in een baan te vinden. Velen zijn afhankelijk van hun gezinnen. Beroepsopleiding van doven in 'vaardigheden centers' zou kunnen helpen om hun positie in de samenleving te verbeteren, maar is zeer schaars. Financiering door de regering hiervoor is afwezig. In het algemeen hebben de Gambiaanse autoriteiten een positieve houding betreffende de verbetering van de positie van de dove gemeenschap, maar geld wordt nauwelijks ter beschikking gesteld.
Beïnvloeding van de publieke opinie, bewustzijn en belangenbehartiging zijn belangrijke activiteiten voor de organisatie van de doven.
Een aanzienlijk aantal van deze diep dove kinderen ontwikkelen psychiatrische symptomen, waarvan sommige ernstig zijn. Vrij vaak ontbreekt de mogelijkheid voor empathie en de ontwikkeling van een goed functionerende geweten wordt gehinderd. De belangrijkste reden voor deze psychiatrische symptomen is het communicatieprobleem tussen de moeder en het dove kind. Normale communicatie kan niet worden bereikt en vele moeders zijn onzeker en vaak verwerpen ze het kind dat kan niet worden bereikt via mondelinge communicatie.
Voor alle jonge kinderen is de onmiddellijke beschikbaarheid van een zorgzame, liefdevolle persoon een voorwaarde voor een normale ontwikkeling. Alleen als dit is verzekerd, zullen kinderen bloeien en zich normaal ontwikkelen. Als het niet is verzekerd, groeien kinderen niet en kunnen niet in staat zijn normale stabiele betrekkingen met andere mensen in hun volwassen leven tot stand te brengen.
Deze houvast met een liefdevolle, zorgzame persoon is voor dove kinderen extra belangrijk vanwege hun kwetsbaarheid. Zulke jonge dove kinderen moeten nooit uit de buurt van hun ouders gehaald worden voor de leeftijd van drie jaar, en beter nog, niet vóór de leeftijd van vier.
Doofheid heeft vele variëteiten. Een klein aantal is 100% doof. De meeste van hen zijn slechthorenden en met gehoorapparaten zijn velen van hen staat tot het horen van geluiden. Dus elk jong doof kind moet worden onderzocht door een audicien om de rang van doofheid te bepalen en als indien nodig worden voorzien van gehoorapparaten.
Voor elk menselijk wezen begint de ontwikkeling van spraak in een zeer vroeg stadium van zijn ontwikkeling. Vooral tussen de leeftijd van 2 en 3,5. Dat is wat wordt genoemd de delicate periode. Na die periode is het veel moeilijker dan tijdens die periode om taalvaardigheid te verwerven.
De normale manier van communiceren is voor dove kinderen communiceren door gebaren. Gebarentaal is de natuurlijke taal voor de doven. Net als mondelinge taal, moeten gebaren als een manier van communicatie zich ontwikkelen in de periode wanneer het kind ontvankelijk is voor het verwerven van taal. De beste tijd daarvoor is tussen de leeftijd van anderhalf en drie jaar.
Omdat taal is geleerd door het nabootsen van anderen, moeten dove kinderen hun taal leren door het nabootsen van andere dove mensen, die gebruik maken van gebarentaal. Het is dus van het allergrootste belang dat dove kinderen met andere dove mensen op een zeer jonge leeftijd communiceren kunnen en dat hun ouders en familieleden leren hoe aan te melden als goed.
Gebarentaal heeft vele variëteiten. Elke regio heeft zijn eigen verscheidenheid. Er is dus geen universele vorm van gebarentaal. In Gambia zijn er verscheidene dialecten in gebarentaal en de doven van Gambia proberen dit te standaardiseren tot één Gambiaanse gebarentaal, die door het land kan worden gebruikt door elke dove persoon.
Vanwege het communicatieprobleem en de kwetsbaarheid van dove kinderen moeten leraren extra vaardigheden hebben om met hen te kunnen werken. Zij moeten de normale opleiding als een leraar hebben, maar bovendien een opleiding in speciaal onderwijs voor doven en in de lokale gebarentaal. De tijd die een leraar van de doven nodig heeft om dovenleraar te worden, na zijn afstuderen aan een regulier leraren opleidingsinstituut, is ongeveer drie jaar. In Nederland duurt het 5 jaar voordat u volledig gekwalificeerd bent.
Omdat oog contact de enige manier is om een dove persoon te bereiken, moeten mensen die werken met dove kinderen het vermogen verwerven om op deze manier aandacht te krijgen, terwijl dove kinderen die gecorrigeerd moeten worden, maar dat niet willen, altijd dit contact met de ogen zullen vermijden. Dit zorgt ervoor dat opvoeden van dove kinderen een zeer tijdrovend en moeilijk activiteit is. In Holland zitten er nooit meer dan 6-8 dove kinderen in een klaslokaal met één leraar. Didactische en pedagogische vaardigheden van professionele opvoeders moeten uitstekend zijn.
Tijdens de adolescentie, veroorzaakt seksuele ontwikkeling en het omgaan met het andere geslacht, zeer vaak voor grote problemen. Veel jongens eerbiedigen de grenzen die de meisjes aangeven, niet. Seksuele experimenten onder elkaar zijn gewoon. Onbehoorlijk en beledigend gedrag is wijdverbreid. Sommige jongeren krijgen problemen met de politie. Deze verschijnselen vereist ook speciale vaardigheden van opvoeders van de doven.
In Gambia is de regering een voorstander van deze initiatieven om deze scholen op te richten, wat betekent dat particuliere ondernemingen en stichtingen, scholen met dit doel kunnen bouwen/gebruiken omdat de regering niet beschikt over de middelen om dit zelf te doen.
De huidige tendens is dat de bestaande speciale scholen speciale klassen beginnen voor blind, doof of geestelijk beperkte kinderen in een van de klaslokalen van gewone scholen, en dat deze speciale scholen gekwalificeerde leraren leveren de voor deze klassen.
In The Gambia zijn ongeveer 50.000 doven. Dit aantal is hoog en is een gevolg van malaria-infecties, hersenvliesontsteking of onbehandelde en terugkomende middenoorinfecties.
Aanvaarding door het publiek van doven is zeer beperkt. Velen van hen zijn verborgen in de samenleving, omdat ouders beschaamd zijn en volgens hen Gods straf zijn voor ouderlijke zonden. Veel dove meisjes en jongens moeten thuis blijven, omdat onderwijs wordt beschouwd als een verspilling voor hen. De publieke opinie is heel vaak: dove mensen kunnen niet leren en dragen niet bij tot het onderhoud van het gezin of de maatschappij. Soms worden zij gezien als boze geesten.
Slechts paar dove mensen slagen er in een baan te vinden. Velen zijn afhankelijk van hun gezinnen. Beroepsopleiding van doven in 'vaardigheden centers' zou kunnen helpen om hun positie in de samenleving te verbeteren, maar is zeer schaars. Financiering door de regering hiervoor is afwezig. In het algemeen hebben de Gambiaanse autoriteiten een positieve houding betreffende de verbetering van de positie van de dove gemeenschap, maar geld wordt nauwelijks ter beschikking gesteld.
Beïnvloeding van de publieke opinie, bewustzijn en belangenbehartiging zijn belangrijke activiteiten voor de organisatie van de doven.